Trommelen,

In een heel ver verleden had ik twee zwagers, Rinus en Frank, helemaal gek van de fanfare. Rinus en Frank waren broers, konden ze helaas niets aan doen. Rinus was de oudste van de twee en ik vermoedde dat Frank de jongste was.

Als je ze allebei tegelijk kwijt was? Waarschijnlijk met de muziek naar Gouda.
Al jong gingen ze naar de taptoe Delft, ergens in de buurt van Den Haag.

Nu wilde het zo dat er ook in onze buurt een fanfare bleek te bestaan. Het oefende in een clubhuis aan het Afrikaanderplein. Niet voor niets grensde het aan het politiebureau. Het hele spul was aftands en dat was dus betaalbaar voor onze fanfare. Vlak na de oorlog deed het al dienst als gaarkeuken, de voorloper van de voedselbank.

Mijn zwagers werden natuurlijk lid en vertelden er dolenthousiast over en wel zo dat ik natuurlijk ook lid werd. Mijn wereld zou nooit meer hetzelfde zijn. ik leerde trommelen. Niet op een echte trommel, maar op een houten tafel. De trommelstokjes waren wel echt. Er was natuurlijk ook een meestertrommelaar, de tamboer-maitre, Alex.

Alex was net als een pianostemmer. Wist alles van de instrumenten maar erop spelen? Ho maar! Hij kon ons wel vertellen hoe het ritme ongeveer ging en dat sloegen wij dan na. We leerden de 1e en de 2e Hollandse slaan. Waarschijnlijk waren er meer dan twee maar daar zijn we nooit aan toe gekomen. De allerslimsten onder ons konden makkelijk tot tien tellen maar niet bij het trommelen. Daar was je met twee koploper en mocht je vooraan lopen.

Op zekere avond kregen we te horen dat we officieel een fanfare waren geworden en we zouden echte trommels en een kostuum krijgen. Feest, groot feest. Op een dag kwamen de kostuums en het passen was oorlog. Er was van uiteraard niemand de maat genomen en als er maar genoeg gemaakt werd moest iedereen wel iets kunnen vinden wat tenminste een beetje zijn maat was. Daarna kwamen de trommels en het was al snel duidelijk waarom daar zo lang mee was gewacht. We mochten één keer op die dingen oefenen voor we in het echt zouden optreden. En dat koste gelijk een aantal trommelvellen. Die waren niet zo sterk als de tafels waar we steeds op geoefend hadden.

Zou bijna vergeten te vertellen dat een fanfare ook nog blazers had. Nou ja, zou zo erg niet geweest zijn. Eigenlijk hoorden we niet bij elkaar. Zij vonden dat wij geen maat konden houden en volgens ons was dat hun schuld. Zodra ze gingen blazen was het clubhuis gegarandeerd ratten vrij. Allemachtig, wat speelden die gasten vals.

Maar eindelijk mochten we de straat op. Van te voren even de route opgeven aan de politie want die moesten zorgen dat ze vrij gemaakt werd. Er ging ook een agent mee. Uiteraard werd de Tweebosstraat in de route opgenomen aangezien mijn zwagers en ik anders niet mee zouden gaan en wij waren toch de drijvende krachten van het ongeregeld.

Mooi, we gingen op mars. Vertrokken uiteraard vanaf het Afrikaanderplein en liepen zo de wijk door richting de Tweebosstraat. Daar aangekomen maakten we niet zoveel herrie meer aangezien de helft van de trommelvellen al gesneuveld was. Onze tambour-maître merkte daar helemaal niets van. Alex was bezig met zijn eigen show. Kop omhoog, borst vooruit, hij had ook een lange stok in zijn handen met een knop van onderen en een punt van boven. Als wij gestopt zouden zijn of een andere straat ingelopen zou hij de laatste zijn die dat merkte.
Aan het eind van de Tweebosstraat sloegen we linksaf de Putselaan op en liepen tegen het verkeer in naar de oversteek van de Hilledijk. Daar staken we de Putselaan over en passeerden de tramrails van de lijnen 2 en 12, tot Alex het hoog in zijn hoofd kreeg en even wilde laten zien wat hij met zijn stok kon. Het apparaat vloog hoog door de lucht en Alex had zijn handen helemaal in de positie om hem weer prachtig op te vangen, zonder omhoog te kijken, alleen kwam dat ding niet terug. Alex zijn staf lag keurig op de bovenleiding van de tram. Zijn fanfare lag schuddebuikend over de grond te rollen maar Alex moest zijn stafje terug.
Gelukkig was er genoeg tuig vanuit de Tweebosstraat meegelopen en met de kiezelstenen die tussen de rails lagen werd dat ding van de bovenleiding af gemikt. Datzelfde tuig regelde daarna keurig het verkeer aangezien de politieagent al een tijdje daarvoor de benen had genomen. Vanaf de Putselaan hebben we de kortste weg terug genomen naar ons clubhuis. Konden ook niet veel anders aangezien alle trommelvellen gesneuveld waren.
Alleen zwager Frank had (als langste van het spul) nog een grote trommel voor zijn buik en aangezien hij twee stokken had met haar erop kon hij niets stuk maken. Hij niet, maar er waren er bij onder ons publiek die het allemaal zo zat waren dat één goed gegooide steen dwars door allebei de vellen ook daar een eind aan maakte.
Onze fanfare, een goed georganiseerde bende die geen publiek nodig had om zich te vermaken leefde nog lang en nog wat………

T©n van Dongen

Gepubliceerd door Ton

Geboren 13 april 1943 te Rotterdam Opleiding: LO, VO en PBNA. Gehuwd, twee dochters, vier kleinkinderen en 1 achterkleinkind Gepensioneerd sinds 2004. Als hobby's heb ik alle vormen van sport kijken, uiteraard blogjes schrijven, vakantie houden, en fietsen.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.